Jakob antwoordde:

‘Ik was bang dat u mij zou beroven van uw dochters. Maar degene bij wie u uw goden aantreft, mag niet in leven blijven. Stel samen met onze verwanten maar een grondig onderzoek in, kijk of ik hier iets heb dat van u is en neem dat dan terug.’ Jakob wist namelijk niet dat het Rachel was die de godenbeeldjes had gestolen. Laban ging de tent van Jakob binnen, en ook de tent van Lea en die van de twee slavinnen, maar hij vond de beeldjes nergens. Nadat hij de tent van Lea had verlaten, ging hij die van Rachel binnen. Rachel had de beeldjes in een kameelzadel verstopt en was daarop gaan zitten. Laban doorzocht de hele tent maar kon ze niet vinden. ‘Wees alstublieft niet boos dat ik niet voor u opsta,’ zei Rachel tegen haar vader, ‘ik ben ongesteld.’ Zo zocht Laban alles af, zonder zijn godenbeeldjes te vinden.

Jakob werd kwaad en eiste verantwoording van Laban. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan,’ viel hij tegen hem uit, ‘wat heb ik misdreven, dat u mij zo hardnekkig hebt achtervolgd, en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan hier neer en laat het zien aan mijn en uw verwanten, dan moeten zij maar uitmaken wie van ons beiden in zijn recht staat. Al die twintig jaar dat ik bij u was, hebben uw ooien en uw geiten geen enkele misdracht gehad, nooit heb ik ook maar één ram van uw kudde gegeten. Met de verscheurde dieren ben ik nooit bij u aangekomen:

ik moest ze zelf vergoeden. En ook eiste u van mij een vergoeding voor al het gestolen vee, of het nu overdag was gestolen of ’s nachts. Wat heb ik niet moeten doorstaan? Overdag werd ik bevangen door de hitte, ’s nachts door de kou, en ik deed geen oog dicht. Twintig jaar ben ik bij u geweest:

veertien jaar heb ik voor u gewerkt om uw twee dochters, en zes jaar om uw vee. En u hebt mijn loon keer op keer veranderd. Als de God van mijn vader, de God van Abraham, de God voor wie Isaak diep ontzag heeft – als die God mij niet geholpen had, dan had u mij nu met lege handen weggestuurd. Maar Hij heeft gezien wat ik te verduren had en hoe hard ik heb gewerkt, en daarom heeft Hij gisternacht rechtgesproken.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 11:27-32 Terach
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 8:1-14 Noach 4
0Shares