Het water dat je drinkt moet worden afgemeten:

je krijgt niet meer dan een zesde hin, elke dag weer. Ook moet je nog een gerstekoek eten die je voor ieders ogen moet bakken op menselijke uitwerpselen. Zo zullen alle Israëlieten in onreinheid hun brood eten, want Ik zal ze verbannen naar andere volken.’ ‘Ach HEER, mijn God,’ zei ik, ‘er is nooit iets onreins door mijn keel gegaan, nog nooit in mijn leven heb ik het vlees van een gestorven of verscheurd dier gegeten, nooit heb ik onrein vlees geproefd.’ Daarop antwoordde Hij mij:

‘Goed dan, Ik geef je rundermest in plaats van menselijke uitwerpselen om je brood op te bakken.’

Ook zei Hij tegen mij:

‘Mensenkind, let op! Spoedig zal Ik in Jeruzalem het brood dat het volk staande houdt, schaars maken. Dan zullen ze het brood dat ze eten, moeten afwegen en daarbij door zorgen worden verteerd, en het water dat ze drinken, moeten afmeten en daardoor van wanhoop worden vervuld. Ze zullen door honger en dorst tot wanhoop worden gedreven, ze zullen onder de last van hun schuld wegkwijnen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
0Shares